Een uitdagende titel simpelweg omdat het onderwerp al zoveel vragen en interpretaties oplevert dat het genoeg stof geeft hier wat licht op te werpen.

Met dit stuk hoop ik een stukje duidelijkheid te kunnen geven over Kata. Noodzakelijk omdat wij binnen het Wado echt anders omgaan met Kata dan menig andere stijl waar wij mee op één hoop worden geveegd. De opbouw van dit document moet voor allen voldoende stof geven om te begrijpen waar je staat en wat je dus te wachten staat. Een opbouw waarbij we steeds dieper ingaan op de materie rondom en over Kata.

Een woord van dank gaat uit naar Martijn Knetsch en Jaron Legel voor hun feedback op dit stuk. Degelijke feedback maakt de content duidelijker en beter leesbaar voor een breder publiek.

 

Een beginner zal te horen krijgen dat Kata een aaneenschakeling is aanvallen en verdedigingen. Dit alles in verschillende patronen die we dan weer een naam hebben gegeven. En als beginner is hier dan ook niets mis mee. Wat we hier wel mee willen zeggen is dat dit beeld moet veranderen naarmate je steeds verder komt in Wado. Enige voorzichtigheid van mijn kant is hier wel op zijn plaats. De enige stijl waar dat met enige zekerheid is te zeggen is het neefje van Wado – Shotokan. De andere stijlen zoals: Kyakushin, Goju Ryu of Shito Ryu wil ik mij eigenlijk van commentaar onthouden. De enige rode draad is dat het Okinawa stijlen zijn die een bepaalde ontwikkeling hebben meegemaakt die totaal anders is dan die van Wado.

Achtergrond van Okinawa Kata
Al sinds eeuwen is het beoefenen van kata gewoon op Okinawa. Een Kata als Kushanku komt bijvoorbeeld uit halverwege de 18e eeuw en is dus bijna 300 jaar oud. De achtergrond van kata is sterk verweven met China. Zo kwam de Kata Kushanku op Okinawa vanwege handelsbetrekkingen. Een handelaar uit Chinees handelskonvooi, genaamd Kushanku, leerde het aan de inwoners van Okinawa. Vandaar de naam van de Kata. Zo is Chinto de naam van een gestrande Chinese matroos. Maar ook symbolische namen of getallen werden gebruikt. Denk aan Niseishi (24 stappen), Bassai (het fort binnen dringen) of Rohai (visioen van een witte reiger). Hoewel iedere Kata zijn eigen doel heeft, is de rode draad dat het in deze Kata's om gaat het ongewapende gevecht aan te kunnen.

De inwoners van Okinawa hebben deze Chinese Kata aangepast aan hun eigen omstandigheden, fysieke mogelijkheden en denktrends. Door de eeuwen heen heeft Kata zich ‘ontwikkeld’. Expres wordt hier met enige twijfel gesproken, omdat het moeilijk te bepalen is of iedere verandering een goede verandering is geweest. Over deze ontwikkelingen is zeer weinig op papier gezet, vandaar dat we veel dingen niet zeker weten. Het resultaat is dat we nu dus met een erfenis zitten waarvan moeilijk te bepalen is of we de intentie raken. Dit is onomkeerbaar en is waar we het mee moeten doen.

De Okinawa kata kennen hun eigen uitleg c.q. toepassing per stijl. Het doel waar de technieken voor zijn voorgeschreven verschillen per kata per stijl. Het kan dus heel gemakkelijk voorkomen dat een kata bekend is bij verschillende stijlen, bijvoorbeeld Bassai. Soms met een toevoeging zoals Bassai-Dai (grote Bassai) of Bassai-Sho (kleine Bassai). Wat belangrijk is om te realiseren, is dat deze vorm van uitleg van “Kata Bunkai” wordt genoemd.

Wat ook belangrijk om te weten is dat Okinawa een eigen staat / land is geweest. Dat Okinawa pas in 1878 officieel bij Japan hoorde hebben ze al in begin 17 eeuw bemoeienis van de Japanners. En dat terwijl Okinawa afdrachtplichtig was aan China. [meer informatie] Een gevolg was dat het dragen van wapens – zoals de Samurai – verboden werd. Jezelf kunnen verdedigen met of zonder andersoortige wapens werd dan ook erg belangrijk voor de mensen van Okinawa.

Hoewel dit een totaal ander hoofdstuk is kennen we wel wapens als een Nunchaku [foto links] of een Tonfa. De Nunchaku kent haar oorsprong in een dorsvlegel en de Tonfa is een onderdeel van een molen. Het op straat lopen met deze onderdelen was dan ook niet vreemd – Okinawa had een vrij grote boeren cultuur – en gaf de mogelijkheid om je te verdedigen tegen de Samurai.

Het tijdbeeld is nu te plaatsen waarom deze Kata zo in trek kwamen. Let wel dat deze Kata’s dus niet echt werden gebruikt om tegen wapens te gebruiken maar hoofdzakelijk voor man tegen man gevechten – ongewapend of bij uitzondering tegen een mes. Houd deze gedachte vast. Later in dit document zal duidelijk worden waarom. De wapens die de Okinawa mensen ontwikkelden vallen onder Ko-Budo (oude wapen vechtkunst) stijlen en dit is een totaal ander hoofdstuk.

Eveneens moet je de omstandigheden waarin dit werd getraind in dit tijdsbeeld plaatsen. Grootmeesters met duizenden volgelingen, zoals wij die nu kennen, bestonden toen niet. Vaak had het trainen meer een familiair karakter. Dus een ledental van hooguit enkele tientallen. Vele stijlen werden er ontwikkeld en er werd getraind in kleine ruimten zoals een woonkamer of buiten.

Een Dojo is pas iets van de laatste honderd jaar met hier en daar wat uitzonderingen. Een trainingspak of "Gi" kende men ook niet en werd er dus getraind in het ondergoed of iets dergelijks [foto rechts]. Dus banden werden al helemaal niet gedragen. Ook waren er weinig vrouwen betrokken bij dit soort trainingen. Dit is dus een totaal ander beeld dan wat wij tegenwoordig hebben van karateoefeningen.

De opbouw en principes van karate die de Okinawanen hanteerden, hadden dus een achtergrond die voornamelijk gericht was op ongewapend vechten. Vele aspecten speelden hierin een rol. Enkele op een rijtje: De trainingen konden niet in het openbaar plaatsvinden, vanwege de gespannen verhoudingen met de Japanners die toch als een soort bezetters werden gezien. Trainingen waren ook niet in het openbaar, omdat dan de technieken door de tegenstanders konden worden bestudeerd, zodat die daar dan wat tegen konden doen. Hierdoor verzwakte je je eigen positie. Les geven aan grote groepen kon dus niet vanwege de publieke aandacht die je dan aantrekt. De vele dorpen kende daarom hun eigen specialisten en het zou nog lang duren voordat het in het openbaar kon worden getraind. Pas laat aan het einde van 19e eeuw kwam hier verandering in. De solo Kata kreeg dus inderdaad de status van een denkbeeldig gevecht tegen tegenstanders. En vaak was er per grootmeester maar een paar Kata's te leren. Dus niet de 11 of 15 Kata's van hedendag.

Deze Kata hadden een specifiek doel. Niet het aantal tegenstanders was het idee achter de Kata, maar de individuele technieken die bruikbaar leken in het gevecht, werden achter elkaar gezet, simpelweg omdat het dan eenvoudiger was om die te onthouden en te bestuderen. Echter, er waren wel uitzonderingen in de uitvoering van de Kata. Sommige technieken werden niet getoond, omdat die het ‘geheim’ van de Kata zouden bevatten. Als een tegenstander toch zag dat je de Kata aan het oefenen was, dan kon de geheime of verborgen techniek niet worden gebruikt, omdat de tegenstander hier nu een strategie tegen kon ontwikkelen.
Deze vechtkunst heet tegenwoordig “karate,” maar vroeger niet. Toen heette het “Tode,” ofwel chinees boxen. De relatie met China mag duidelijk zijn. Er waren vroeger dus vele karatestijlen op Okinawa - ongeveer bijna een veertigtal.

Er ontwikkelde wel een soort regio karate. De drie bekendste regio’s Shuri, Naha en Tomari hadden elk hun eigen invloeden op het karate. Deze invloeden stonden erg onder druk door de verschillende kasten (sociale klassen) zoals de boeren en de stedelingen die toch meer werden gezien als de elite. Door het werk van diverse prominente beoefenaars werd er door de eeuwen heen uiteindelijk een structuur duidelijk die we vandaag meer herkennen. Hiervan zijn er vijf stijlen die uiteindelijk de boventoon voeren.

Al met al zien we dus dat de Okinawa kata niet een totaal gevecht is tegen vele tegenstanders, maar meer een vehikel om de onafhankelijke technieken in op te slaan. Het doel van kata is om de kata in logische combinaties uit elkaar te halen en deze te oefenen met echte tegenstanders. Dit geeft inzicht in het gebruik van de techniek in een echt man tegen man gevecht. Het gebruik van kracht / techniek / combinaties kwam in allerlei vormen tot uiting en was sterk afhankelijk van de concepten en principes die in de individuele stijlen tot uitdrukking komen.

Zo langzamerhand verplaatsen we het beeld naar het ’vaste land’ van Japan. In het begin van de 20ste eeuw – 1922 – gaf Gichin Funakoshi – de oprichter van Shotokan - een karate demonstratie aan de Japanners. Als achtergrond informatie is het belangrijk om te mee te nemen dat de Japanners geen tot weinig respect hadden voor de Okinawanawajnen. Dat Funakoshi dus een demo gaf - demoteam van Funakoshi - was al speciaal en men wist toen niet dat dit een grote impact zou hebben op de verdere ontwikkeling van het karate in het algemeen.

Iets meer info over de verhouding tussen Japan en Okinawa is hier op zijn plaats. De manier waarop Okinawa vorm gaf aan het gevecht heeft bij de Japanners geen indruk gemaakt. De Japanners gingen hierin zover in dat ze deze vechtvormen niet echt Martial Arts (Budo) vonden. Ze vergeleken dan ook hun eigen op wapens gebaseerde vechtstijlen met die van Okinawa. Terecht of niet, maar het beeld dat de Japanners niet onder de indruk waren van de Okinawaanse vechtkunsten.

Bij deze demonstratie was ook Hironori Ohtsuka – de latere grondlegger van Wado Ryu – aanwezig. Ohtsuka had een totaal andere achtergrond in vechtkunst dan de Okinawanawajanen. Komende uit een oude Koryu – oude school – als Shindo Yoshin ryu zag hij dat de tijden sterk aan het veranderen waren. De grenzen waren open gebroken en de Samurai waren naar huis gestuurd. Toch leerde hij deze oude Samurai stijl tot op hoog niveau beheersen. Het tijdbeeld zat echter niet mee. De harde leerschool was niet meer populair en er was een verschuiving gaande van “Jutsu” (techniek) naar “do” (weg); van het uitvoeren van techniek naar het bestuderen van de techniek als doel op zich. Denk hierbij aan de overgang van jujutsu naar judo, van kenjutsu naar kendo en zo nog vele stijlen. Ohtsuka zag zich geconfronteerd met een grote uitdaging: “Hoe wordt het mogelijk om de oude stijl te laten overleven in een nieuwe samenleving? Hoe kan je de concepten, principes maar vooral de zo koryu-achtige aspecten laten overleven in een samenleving die de interesse heeft verloren in deze oude ambachten?” Door de demonstratie van Funakoshi zag Ohtsuka mogelijkheden om een nieuwe structuur neer te leggen, maar met de oude intenties van koryu in zich.

Ohtsuka heeft kort na de demonstratie toestemming aan Funakoshi gevraagd om zijn leerling te mogen worden. Dus Ohtsuka leerde de karate Kata van Funakoshi. Toen heetten deze Kata ook Pinan (later heeft de zoon van Funakoshi – Kiko – de Japanse naam gebruikt - Heian), en vele andere namen. Deze andere namen waren de oorspronkelijke Chinese namen. Echter Ohtsuka zag dat het Okinawa karate sterke afwijkingen vertoonde t.o.v. wat hij had geleerd in de oude Koryu. Zo vond Funakoshi kata het belangrijkst, terwijl Ohtsuka meer heil zocht in de duo trainingen zoals dat gewoon is een Koryu. De verschillen tekenden zich door de jaren steeds meer af en resulteerden uiteindelijk in het afscheid nemen van elkaar.

In 1934 heeft Ohtsuka zijn Wado gesticht. Het duurde echter tot 1938-1940 voordat er officieel invulling aan werd gegeven. Hier speelde de Butokukai (vereniging voor het behoud van martiale waarden) een grote rol. De Butokukai werd opgericht met als doel om de originele intentie van de vele Japanse Martial Arts stijlen te behouden voor de toekomst. Menig grootmeester werd dan ook verzocht om een curriculum – overzicht van technieken - aan te leveren en zijn specifieke stijl te benoemen. Een onderdeel van deze informatie was ook om aan te geven wat de oorsprong van de stijl is. Hier zit een deel van het feit omsloten waarom Wado zo’n vreemde eend is in het land van karate. Menig karate stijl gaf Okinawa aan als oorsprong, terwijl Ohtsuka een meester in Jujutsu noemde die 200 jaar daarvoor Koryu beoefende (Yoshin Ryu Jujutsu). Hiermee verwees Ohtsuka naar de Martial Arts van Japan en voornamelijk naar de gewapende Martial Arts. In het overzicht van de gevestigde stijlen staat Wado dan ook als enige gekenmerkt als komende van Japan en niet van Okinawa.

Je kunt je afvragen: wat heeft dit met Kata te maken? Nou, eigenlijk alles. Doordat Othsuka de link naar Koryu heeft vertaald in de Kata – initieel van Funakoshi – is de essentie van Kata veranderd. De Wado Kata zijn het vehikel geworden van het oude Koryu in de huidige moderne tijd. Maar wat is dat dan, en waarom is dit belangrijk? In tegenstelling tot Okinawa karate, waar Kata op zich belangrijk is, werden de Wado Kata een methode om concepten en principes in je lijf te krijgen; om een bepaald soort lichaamsmechanica te leren beheersen. De focus van Wado ligt altijd op de duo Kata. De lichaamsmechanica die je leert bij solo Kata wordt dan aangevuld met andere principes, zoals weerstand en wispelturigheden van de tegenstander, ma-ai (afstand) of Zenshin (concentratie vooraf) of het verschil in lichaamsgrootte. Deze worden aangevuld met bijzonder moeilijke principes, zoals ontkrachten, die een totaal verkeerde vlucht hebben genomen in het huidige idee over karate in het algemeen en Wado in het bijzonder.

# Begin citaat uit een mail van Bob Nash over Kata #

Zoals zo vaak het geval is, zijn veel Wadoka onbekend met hoe het Nihon Koryu het begrip “Kata” implementeren t.o.v. de wijze van associëren met Okinawa Budo. Consequentie is dat Kata hoofdzakelijk wordt aangeleerd als een solistische uitvoering van specifieke bewegingen die aan elkaar zijn verbonden tot een saamhorige set van bewegingen.

Dat is waarom sommige Japanse leraren, die wel bekend zijn met Japanse Koryu, Wado Ryu als een duidelijk andere kunst zien, dat duidelijk gescheiden is van Okinawa-te en achterdochtig naar een Wadoka kijken als die het over bunkai heeft. [Bunkai: vaste uitleg van een techniek in Kata]. Vanuit ons perspectief behoort Bunkai niet echt bij Wado, omdat het onderwijzen hiervan totaal anders is. We geven niets om Bunkai, omdat alle Kata duo Kata zijn; daarom is Bunkai onbelangrijk geworden. Het is een beetje verwarrend in Wado, omdat onze solo Kata aan de buitenkant er hetzelfde uitzien en direct uit het curriculum van het Okinawa-te lijken to komen. Wat de meeste Wadoka zich niet realiseren of wat hun nooit is aangeleerd, is dat de ‘essentie’ van de Okinawa solo Kata die we doen in Wado is aangepast om meer de leermethodiek te reflecteren van Nihon Koryu. [Dus meer Kaisetsu dan Bunkai – variabele toepassing in plaats van vaste vorm/uitleg]

Soortgelijke oefeningen uit de Okinawa solo Kata, zoals in Nihon Koryu, zijn zeldzaam; als ze al bestaan dan behelzen ze geen Bunkai, omdat hun doel meer is om de gerelateerde lichaamsmechanica te beheersen. Hoe verwarrend ook, maar dit is waarom er een ander kanji karakter wordt gebruikt om deze solo oefeningen in Koryu uit te drukken, wat meer wordt uitgesproken als “Gyou” maar ook als “Kata”. Daar de gemiddelde westerling niet bekend is met de Japanse taal en dus het verschil niet ziet tussen Kata & Kata, maar de kanji maakt daar duidelijk wel verschil tussen.
In Nihon Koryu, impliceert "gyou/kata 形" gestalte, vorm of voorkomen / verschijning, terwijl "Kei/Kata" 型" een meer breder werktuig definieert als model, template of prototype. 

Wanneer dus iemand zegt dat Tantodori of Idori niet echt Kata zijn, maar bunkai of toepassing, zegt dan eigenlijk dat ze hun begrip over Wado op een Okinawa wijze invullen. Ze vullen dus de definitie van kata op Okinawa wijze in en niet volgens Nihon koryu wat eigenlijk binnen Wado het geval is.
In koryu zijn gyou/kata diepgaande studies naar lichaamsmechanica en haar bewegingen. De kei/kata zijn allemaal duo kata en zijn dus diepgaande studies van de techniek, mindset en tactieken. Beiden gaan dus veel dieper dan menigeen zich zal realiseren, laat staan zal kunnen waarderen. Gezien vanuit Koryu budo kun je dus stellen dat de kihon kumite van Wado absoluut GEEN toepassingen zijn maar als kei/kata ontworpen zijn op een dusdanige wijze dat de leermethodiek van het Nihon koryu er in geborgen ligt.

# Einde citaat uit een mail van Bob Nash over Kata #

Een lastig stuk als je helemaal geen ervaring hebt in het koryu. Daarom volgt er nu een verdere uitleg om te begrijpen wat hier allemaal aan de hand is. Je begrijpt wellicht wel dat Wado kata dus echt totaal anders zijn ingericht dan dat het geval is bij de andere karatestijlen. Waar het op neer komt, is dat je Wado kata moet zien als een wijze waarop je bepaalde lichaamsmechanica kunt aanleren. Maar om het verhaal compleet te maken, moet je dus ook met tegenstanders aan de slag om dat aspect te leren beheersen. Daarbij moet je je realiseren dat het houden aan de vorm je in staat stelt om de juiste lichaamsmechanica aan te leren. Concessies doen aan de vorm betekent automatisch dat je zaken gaat missen en in het ergste geval verkeerd gaat aanleren. Echter, je moet je ook realiseren dat het een methode is om uiteindelijk te komen tot de toepassing en dat duo training dus het belangrijkste is. Leer het vehikel kennen om uiteindelijk het naar eigen inzicht te kunnen toepassen, maar wel met inachtneming van de contouren die je zijn meegegeven. Begrijp dat Wado kata een leermethodiek behelzen en ten dienste staan van kaisetsu. Hiermee wordt Wado dynamisch, maar blijft ook conservatief en dus een hele vreemde eend in de wereld van karate en dus meer naar Koryu Jujutsu neigt.

Als laatste stuk wil ik je nog het e.e.a. uitleggen over bijvoorbeeld het aantal kata’s. Op dit moment zijn er 15 kata’s:
Bassis kata:
- Pinan Kata: Nidan, Shodan, Sandan, Yondan en pinan Godan
- Kushanku

Gevorderden Kata:
- Naihanshi
- Chinto
- Seishan

Additionele kata:
- Bassai
- Niseishi
- Rohai
- Wanshu
- Jitte
- Jion

Deze vijftien kata zijn niet altijd het voornaamste speerpunt van aandacht geweest. Toen Ohtsuka nog leefde, heeft hij wel in het begin van Wado zoveel kata bestudeerd, maar al snel heeft hij zich beperkt tot de basis en gevorderde kata. Waarom? Eigenlijk was het antwoord heel simpel. Als je het voorgaande enigszins kunt volgen, dan begrijp je dat een grote hoeveelheid kata niet nodig hoeft te zijn, omdat het concept was gericht op koryu en in de intentie hiervan zag Ohtsuka dat er bij menig kata veel van dezelfde elementen aanwezig waren; daarom heeft hij al gauw de additionele kata laten vallen. De andere stijlen oefenden deze kata wel, maar die hadden dan ook een ander uitgangpunt.

Ohtsuka heeft dus maar negen kata volledig aangepast aan het koryu concept. Dus waarom zijn die ander zes kata er dan nu wel? Dit heeft een menselijk trekje. Ondanks dat Ohtsuka er geen of nauwelijks les in heeft gegeven, vonden de toenmalige Wadoka het wel leuke kata om te oefenen. Dus dat deden ze dan ook, maar niet met Ohtsuka in de buurt, want het was volgens hem verspilling van je tijd. Toen de grootmeester eenmaal kwam te overlijden, zag iedereen kans om ze alsnog toe te voegen aan het curriculum. Binnen onze stroming – JKF Wadokai - hebben ze de moeite genomen om ze te kwantificeren als Shitei kata (vastgelegde kata). Dus de uitvoering staat vast, echter is het Wado sausje beperkt en er zitten zeker nog andere elementen in.

Dit brengt ons ook nog op het volgende: Het vastleggen van kata – Shitei kata. Als Wado een dynamische structuur kent, waarom dan toch kata vastleggen? Zie het zo: als je Wado kata ziet als een leermethodiek en je doel is om lichaamsmechanica en allerlei concepten te leren, dan is het volgen van een leerpatroon onderhevig aan structuur. Deze structuur stelt je in staat niets kwijt te raken en een soort borging te hebben voor het totaal pakket of originele intentie. En toch wordt er van de Wadoka gevraagd flexibel te zijn en creatief. In tegenstelling met elkaar? Niet als je creatief bent en begrijpt dat het leven op zich al duaal is. Het zit in de denkwijze. Begrijp dat de buitenkant van een auto gelijk kan lijken maar het doel waarvoor de auto is gemaakt kan variëren.

Nog even terug naar de Pinan Kata. De geschiedenis van de Pinan Kata is wel iets speciaals. Zo zijn er een aantal mijlpalen die van belang zijn om te weten.

Oktober 1908 heeft een toenmalige grootmeester in Okinawa-Te Otosu Anku een brief [Tode Jukun] geschreven aan de regering van Okinawa met een tiental redenen waarom Karate op de basisschool moet worden geintroduceerd. Dit werd geaccepteerd en karate op de baisschool was een feit. Hij had hiermee twee problemen geïntroduceerd. Ten eerste was het lesgeven aan kinderen en vooral in grote groepen erg ongewoon en ten tweede was het systeem zo ingericht dat de eerste kata Kushanku was met haar 72 handelingen. Om dit allemaal mogelijk te maken werd Kushanku opgesplitst in 5 Pinan Kata. Dit houdt dus in dat deze Pinan kata erg geschikt waren voor kinderen. Toen dus iedereen - ook de volwassenen - deze kata gingen uitvoeren was het dus initieel een kinderversie van een deel van Kushanku. Hoe de verdere evolutie van de Pinan Kata heeft plaats gevonden, is weinig informatie over. (Pinan betekend "vredige geest" wat verwijst naar dat bij het eenmaal beheersen van de 5 Pinan Kata je al zoveel kan dat je met veel meer zelfvertrouwen over straat gaat)

Hoewel dus de initiële intentie van de Pinan kata een bijna kinderlijk karakter had, heeft Ohtsuka deze kata omgebouwd tot een vehikel om onze concepten en principes in op te slaan die meer naar koryu gaan dan naar karate. Ohtsuka gebruikte de vorm dus als vehikel en veranderde alles om zijn idee over en ervaring met koryu op te nemen in deze kata.

Ik hoop dat je begrijpt dat Ohtsuka met Wado een oude koryu een modern jasje heeft gegeven. En dat je begrijpt dat alleen al het woord Wado – “op de Japanse manier” – een eigen waarheid kent. Dat dit niet bij iedereen bekend is is iets dat een wezenlijk gevaar is voor de erfenis die ons is gegeven.

Uiteindelijk is het ook voor mij een geheel ander stuk geworden dan toen ik eraan begon. Grappig eigenlijk hoe dat soms zo gaat. Waarom dan toch dit stuk is zoals het is geworden. Het komt erop neer dat ik je een inzicht wil geven dat je kan helpen om een stuk motivatie te vinden om aan kata meer aandacht te geven. Later gaan we meer in op de kata zelf.

Wil je hierop reageren – heel graag – of wil je er in de les op terug komen . . .  laat dan wat van je This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it..

 

Arnold Keizer